De laatste ‘Heer van Maasbommel’
Misschien waren de jaren tussen 1794 en 1815 historisch gezien wel de meest belangrijke jaren van ons land. In die betrekkelijk korte tijd werd er immers van een aantal zelfstandige provincies met hun adellijke bestuurders en sterk verschillende regelgeving met vallen en opstaan een democratische eenheidsstaat gemaakt. Aan de willekeur van de adel kwam een eind, er kwamen nationale wetten die voor iedereen golden, ongeacht het sociale milieu waarbinnen men geboren was en ongeacht geloof of bezit en bovenal, het waren democratisch door het volk vastgestelde wetten. Er werd een scheiding tussen staat en kerk ingesteld, er kwam een burgerlijke stand, een volkstelling, er kwamen vaste maten en gewichten, eenduidige belastingen, een kadaster, militaire dienst. Het ging niet vanzelf, tal van aanpassingen vonden gaandeweg plaats, maar het leidde uiteindelijk binnen de nieuwe maatschappelijke en bestuurlijke orde tot beter onderwijs, godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting, een eerlijker belastingheffing, de opmeting van ons land en een nationale aanpak van de wateroverlast in het rivierengebied.
Lees er alles over in het vierdelig werk van John Raggers: deel 1 deel 2 deel 3 deel 4