De ministad Maasbommel
De ministad Maasbommel hoorde bij de hanze. Dat is al vaker beweerd. Maar nu is het bewezen.
Een slaperig dorp achter de Maasdijk, dat is Maasbommel. Forse dijkwoningen verlenen het nog enige standing. Dat geldt minder voor het dorpshuis De Hanze, een weinig tot de verbeelding sprekend jarenzeventiggebouw. Maar de naam van dat dorpshuis verwijst naar een roemrijk verleden. Maasbommel was ooit een hanzestad. Tenminste dat wordt gezegd.
Ook de in 2015 overleden Jan Boerakker, verzamelaar van alles wat over de geschiedenis van Maasbommel te vinden was, noemde zijn dorp een hanzestad. Maar is het ook echt zo? West Maas en Waal wilde het weten want de gemeente wil zichzelf toeristisch promoten. Maar dan moet je geen historische onzin verkopen. Daarom vroeg de gemeente de Wijchense historicus Wim Kattenberg onderzoek te doen. Appeltje, eitje, zou je denken. Maar het bleek niet zo eenvoudig.
“Ik ben gaan kijken in de boeken van Huub van Heiningen en Schulte, autoriteiten als het gaat om de geschiedenis van Maas en Waal.” Schulte schreef geen letter over de hanzestatus. Van Heiningen houdt het in het vage: ‘Een koopmansstadje dat contacten met de hanze onderhield’. “Daar kun je alle kanten mee op.” Kattenberg ontdekte dat er een Hanzefietsroute bestaat van hanzestad Zaltbommel naar Lübeck. Maasbommel komt er niet op voor. Ook dé Nederlandse autoriteit op het gebied van hanzesteden, Hanno Brand, schreef Maasbommel af. Misschien had het stadje wel contacten met andere hanzesteden, maar zelf zou het volgens Brand geen hanzestad zijn geweest.
Kattenberg zette door. Snuffelde nog eens door zijn eigen boekenkast en vond een obscuur werkje uit 1942 van de Duits-Nederlandse historicus Otto Hollweg. Die schrijft dat er vier Gelderse hoofdsteden van de hanze waren: Nijmegen, Arnhem, Zutphen en Roermond. Die hadden weer ‘bijsteden’. Voor Nijmegen waren dat volgens Hollweg Zaltbommel, Tiel, Maasbommel en Gendt. “En volgens de regionale chroniqueur Henk Manders werd Maasbommel in 1430 opgenomen in de hanze op initiatief van Nijmegen. Dat gebeurde door middel van een hanzebrief.”
Hollweg en Manders noemen geen bron voor hun beweringen. Het bewijs was dus nog niet geleverd. Kattenberg ging te rade bij het Regionaal Archief Nijmegen. Hij vond er geen hanzebrief over Maasbommel. Maar wel iets anders waar hij blij van werd: een uitnodiging voor een vergadering van de Gelderse hoofdhanzesteden in Keulen uit 1556. En daarin staan ook de bijsteden vermeld, waaronder ‘Mazebommel’.
Het bewijs was geleverd.
Een hanzebrief over Maasbommel zal waarschijnlijk nooit meer opduiken. Het hele archief van het stadje ging verloren toen Maasbommel door een Frans leger in 1676 werd platgebrand. “Maar ik hoop in het archief van Zutphen een hanzebrief te vinden over één van de Zutphense bijsteden. Dan heb je toch een idee hoe zo’n document eruit zag. Dat Maasbommel een hanzestadje was, geeft aan dat het meer heeft voorgesteld dan wordt aangenomen. Het waren daar geen boerenpummels. Maas en Walers hebben vaak onterecht een calimerogevoel.”
ministad
Maasbommel was volgens historici Klaus Flink en Bert Thissen rond 1550 een van de kleinste Gelderse steden. Zo klein dat het stadje geen wallen en poorten had. Nijmegen was toen de grootste Gelderse stad met een oppervlakte van meer dan 40 hectare. Maasbommel, het eerst vermeld in 1312 toen het stadsrechten kreeg, besloeg maar 5 hectare. Behalve kasteel Het Hof, waarvan de slotgracht in het landschap is afgetekend, waren er ook de kastelen Kranenburg en Kamer.
hanze
De hanze is een samenwerkingsverband van handelaren en handelssteden tijdens de middeleeuwen. Door samenwerking probeerden ze hun handel te beschermen en uit te breiden. Er waren diverse hanzeverbanden. De Duitse Hanze was de belangrijkste. Deze vormde zich om van koopliedenassociatie tot stedenverbond, en bestond op het hoogtepunt uit zo’n 200 steden, van Londen tot Novgorod.